‘Onze krachten binden tegen ongelijkheid’

‘Onze krachten binden tegen ongelijkheid’

Tjeerd van Dekken (52) woont in de Oosterparkbuurt, een volkswijk in de stad Groningen en is sinds 2019 lid van het provinciebestuur in Groningen.

Hij begon zijn politieke activiteiten binnen de Jonge Socialisten en werd in 1994 landelijk voorzitter van die jongeren organisatie. Buiten de politiek was Tjeerd vooralles werkzaam en actief in het culturele jongerenwerk, en staat zelfs buiten de provinciegrenzen bekend als een supporter van de lokale voetbalclub, FC Groningen.

Tjeerd van Dekken groeide op in Marum, het Westerkwartier van de provincie, nabij de Fries-Groninger provincie grens en de Friese Wouden. Maar al snel verhuisde hij naar de stad Groningen. In 2010 werd hij als volksvertegenwoordiger gekozen in de Tweede Kamer en bleef dat tot 2017. Twee jaar later werd hij lijsttrekker voor de PvdA bij de provinciale verkiezingen, en na de onderhandelingen lid van het College van Gedeputeerde Staten.

We zullen de komende twintig jaar nog last hebben van de aardbevingen.

Binnen het provinciebestuur is hij verantwoordelijk voor de belangrijkste dossiers in de provincie: de ondergrond, (gaswinning, zout), wonen, werk en welzijn, milieu, krimp en vooral leefbaarheid. Tjeerd van Dekken: “We zullen de komende twintig jaar nog last hebben van de aardbevingen, en tegelijkertijd moeten we zorgen dat mensen veilig in hun huizen kunnen wonen. De versterkingsoperatie komt maar mondjesmaat op gang… Tienduizend inwoners hebben door de aardbevingen psychische problemen.”

Buiten de politiek lag zijn hart vooral bij jongerencultuur, bij popmuziek, voetbal. Hij was tot voor kort voorzitter van twee poppodia in Groningen, Vera en Simplon. Tjeerd kiest bij alles altijd voor de kwetsbaarste mensen in de samenleving. Maatschappelijke verhoudingen zag en beziet hij met een scherp oog. Onrechtvaardigheid verdraagt hij niet. “De coronacrisis legt precies bloot, wie het meest kwetsbaar is,” is zowat de eerste zin, wanneer we elkaar aan de telefoon krijgen.

Wij moeten er in slagen een sociaal-economisch perspectief te bieden.

Tjeerd glimlacht wanneer ik constateer dat hij binnen het college van Gedeputeerde Staten over bijna alles gaat. “Ja”  erkent hij, “Het is wel een breed pakket. Kijk, we zullen de komende twintig jaar nog wel met de aardbevingen te maken hebben, hier in Groningen. Maar het versterken van de woningen, zoals is afgesproken komt maar niet op gang. Dat is onaanvaardbaar. Tienduizend Groningers hebben aantoonbaar psychische problemen door de aardbevingsproblematiek. De armoede in de provincie moeten we niet alleen bestrijden, maar ook voorkomen, juist nu, dat die verder oprukt. Tienduizend mensen ondervinden psychische problemen door de aardbevingen. Denk je eens in wat dat betekent, voor ouderen, voor kinderen.. Wij moeten er in slagen een sociaal economisch perspectief te bieden, de leefbaarheid op het platteland te vergroten en de afspraken over het herstel van woningen moeten onverkort worden uitgevoerd.”

De gevolgen van de coronavirus raken de hele samenleving, maar mensen met een slechte gezondheid blijken wel heel kwetsbaar, merkt Tjeerd op. En de armste mensen hebben niet alleen de slechtste banen, maar vaak ook de meest kwetsbare gezondheid. Tjeerd: “Zorg is ook onderdeel van mijn portefeuille. Hoe houden we die toegankelijk, ook op het platteland? Hoe houden we de zorg betaalbaar en voorkomen we een verdere tweedeling? Hoe zorgen we er voor dat mensen gelijkwaardig worden behandeld?”

En vanuit dat perspectief formuleert Tjeerd van Dekken ook zijn toekomstdroom. “Die tergende en sluipende opkomst van het nationalisme moet worden gekeerd. Onze permanente strijd gaat om gelijkwaardigheid, voor iedereen. Echt, het gaat om de strijd voor gelijkheid, en tegen elke vorm van racisme. Wij moeten in die strijd alle krachten binden. Dat is onze opdracht voor de toekomst.”