Nelleke Vedelaar: een strijdbare verbinder

Nelleke Vedelaar: een strijdbare verbinder

Sinds ze een jaar geleden aantrad als voorzitter werkt Nelleke Vedelaar op drie fronten aan de toekomst van de PvdA. Meer vrijwilligers betrekken, meer acties en een verdere vernieuwing van de sociaaldemocratische agenda.

Noordoostpolder.
‘Ik ben opgegroeid in Espel, een dorpje naast Urk. Bij de dijk en het IJsselmeer, met de windmolens en de rechte wegen. En altijd de wind. Ik woonde er met mijn ouders en mijn zusje Anneke. Mijn vader was timmerman, mijn moeder zorgde voornamelijk voor ons. In de zomer was ze in de landbouw aan het werk. Als tieners deden mijn zusje en ik dat ook: tulpen koppen en bollen pellen. Dat werd van huis uit ook gestimuleerd: als je wat wilt, moet je ervoor sparen en moet je er dus voor werken.

Mijn vader was kaderlid van de Bouw- en Houtbond. Mijn moeder was actief voor de dierenbescherming. Dus mijn moeder collecteerde en met mijn vader gingen we met z’n allen mee naar het bondscongres. En we gingen op zomerkamp met de FNV.’

Sociale ouders dus?
‘Sociaal en vooruitstrevend. Ze waren pas 21 en 23, toen ik werd geboren. Ze gingen met ons aan tafel zitten om bijvoorbeeld uit te leggen dat er mannen zijn die verliefd worden op mannen en vrouwen op vrouwen. Iets wat bij ons in het dorp nog helemaal niet besproken werd. En dus ging mijn eerste spreekbeurt over homoseksualiteit.’

Op school in Espel?
‘Ja! En ik begon met alle scheldwoorden voor homoseksueel, die ik kon bedenken. Om te shockeren. Ik werd soms een beetje recalcitrant van de polder.’

Hoe kunnen we zo veel mogelijk mensen helpen en ondersteunen?

Na de middelbare school verhuisde je naar Zwolle en werd je lid van de PvdA. Waarom?
‘Ik was al vrijwilliger bij het Bevrijdingsfestival en zat in het bestuur van het Zwols Popfront. Maar ik wilde continu iets van betekenis doen. Het was de tijd van het asielbeleid van minister Rita Verdonk. Mensen die al jarenlang in Nederland woonden, werden met uitzetting bedreigd. Met de SP, GroenLinks, PvdA, de Vredesbeweging, maar ook met de anarchisten heb ik toen het Zwols Platform voor Humaan Asielbeleid opgericht. We stonden elke eerste donderdag van de maand met fakkels op de Grote Markt in Zwolle. Ik stond door een megafoon Iedereen is van de Wereld te zingen. En we vertelden de verhalen van  asielzoekers. Onrecht trok ik me ontzettend aan.’

Je ouders zaten bij een vakbond. Mensen waren toen nog ergens lid van. Dat is nu wel anders.
‘Het is zo ongelofelijk belangrijk dat niet alleen de vakbond, maar ook de PvdA zich keihard inzet voor sociale rechten voor werknemers. We zijn met zijn allen trots op de verzorgingsstaat en hoe die tot stand is gekomen. Nu moeten we weer strijden voor die sociale zekerheid, voor zzp’ers, of eigenlijk voor iedereen met flexcontracten of in schijnconstructies. Dat is de grootste onzekerheid van deze tijd. Veel mensen in armoede zijn werkende armen. De noodzaak is groter dan ooit om op te staan voor die grote groep. En tegelijk is dat een flinke klus. Dat zien we natuurlijk ook bij de vakbond. Dus we moeten optrekken met mensen en instanties die zich willen inzetten om in al die nieuwe vormen van de economie te zorgen voor bescherming en zekerheid.’

Hoe krijg je mensen bij je club?
‘Wij moeten degenen zijn die anderen opzoeken. Ik ben bijna acht jaar wethouder geweest en op een gegeven moment werd er tegen me gezegd: “Ik vertrouw jou nog wel, maar ik weet niet of ik je partij nog wel vertrouw.” Als wij wetten en macro-economische cijfers niet meer kunnen vertalen naar het alledaagse leven en de zorgen waar mensen ’s nachts van wakker liggen, dan hebben we een groot probleem. Die verbinding maken is een van de pijlers van mijn voorzitterschap.’

‘Want het gaat niet om de PvdA. Het gaat om al die mensen. Het gaat om die sociale vooruitgang die je wilt bereiken. En natuurlijk doen we dat met onze partij en natuurlijk wil je graag dat mensen zich aansluiten en dat je daarmee die beweging groter maakt. En natuurlijk krijg je een betere positie op het moment dat je meer raadszetels hebt en meer Tweede Kamerleden, maar het begint allemaal bij de oorsprong. Waarom ben je ooit lid geworden van de PvdA? Dat is niet omdat je minister wilde worden. Dat is omdat je iets vond, omdat je iets zag in de samenleving.’

En dat gevoel zet je om in acties?
We zijn nu met vijf regionale actiecentra begonnen in het land, plekken waar veel jonge PvdA’ers bij elkaar komen, die op zoek gaan naar wat er in de streek leeft en vervolgens acties opzetten. Dat is niet een campagneplan dat van tevoren bedacht is om zo veel mogelijk stemmen te trekken. Nee, het idee is: hoe kun je zo veel mogelijk mensen helpen en ondersteunen? Daar vloeien uiteindelijk je idealen uit voort.’

Lastig, want de partij wil natuurlijk ook groter worden. Dus je moet ook bedenken: hoe gaan we de kiezer bereiken?
‘Ja, maar dat laatste komt vanzelf als je vanuit je idealen werkt. Geloof je in jou en mij? Geloof je in de samenleving? En luister je naar het verhaal van mensen? Als je daar niet oprecht in bent, prikken mensen er meteen doorheen. Vanuit die idealen ga je aan het werk als volksvertegenwoordiger.’

Je bent ruim zeven jaar wethouder van Zwolle geweest. Wat was het hoogtepunt?
‘Er is veel moois gebeurd. Bijvoorbeeld dat we midden in de crisis hebben afgesproken dat we alle grond die wij in de binnenstad nog hadden, gingen afwaarderen naar sociale huurgrond. We hebben gewoon vierhonderd extra sociale huurwoningen gebouwd.

Ik hield me ook bezig met de dak- en thuislozen in Zwolle. Toen ik begon, zaten die mensen nog weggestopt in de dagopvang. Dat moest echt anders. Kom naar het wijkcentrum, zeiden we, of doe mee op de kinderboerderij als dat je plek is. Bestaanszekerheid, als het gaat over wonen, zorg, een vast inkomen en goed onderwijs voor iedereen, dat is waar ik me als wethouder voor heb ingezet. Daarbij kun je het verschil maken. En dat is fantastisch als je dat kunt bereiken.’

De noodzaak is groter dan ooit om op te staan voor die grote groep werkende armen.

Waarom wilde je voorzitter worden?
‘Omdat het nodig was. We hadden ongelofelijk verloren bij de verkiezingen. Maar voor mij betekende dat niet het einde van de PvdA. No way. Ik heb me gemeld, ben op campagne gegaan en heb veel afdelingen bezocht. Daar kwam ik al die vrijwilligers tegen, die 43.000 leden die zich elke dag opnieuw inzetten voor de PvdA, die die noodzaak ervan ook zagen. Mensen waren boos, mensen waren verdrietig, maar uiteindelijk waren ze strijdbaar om er met z’n allen weer bovenop te komen.’

 En wat doe je met de erfenis van Rutte II?
‘Het was een onmogelijk verkiezingsuitslag. De VVD kon alleen maar met de PvdA regeren. Maar twee zulke verschillende partijen die samenwerkten, zorgden voor een vertroebeld beeld. En dat is ook ten koste gegaan van mensen die het moeilijk hadden. Daar maken we nu nieuwe plannen voor. Die versnelde verhoging van de AOW-leeftijd, was geen goed idee. We hebben gezien dat mensen daar de dupe van worden. Mensen met zware beroepen moeten eerder kunnen stoppen met werken. De AOW moet op slot op 66 jaar, en wel nu. Omdat het financierbaar is en we er een alternatief plan voor hebben bedacht. Soms moet je terugkomen op datgene wat je eerder bedacht had, omdat je ziet dat het anders moet zoals bij de sociale werkplaatsen. De jij-bak die je dan hoort, is vaak: “Ja lekker, toen je de macht had, deed je het niet en nu je in de oppositie zit wel.” Jazeker. Overigens ben ik ervan overtuigd, dat al die mensen die toen in de coalitie zaten, ook gevochten hebben voor onze waarden. En ik ben blij dat het de PvdA was die de coalitie kon vormen in een economische ongelofelijk zware tijd, en niet bijvoorbeeld een andere liberale partij. Maar ik ben ook blij dat we nu met zijn allen kunnen kijken waar we echt voor staan. En nieuwe plannen kunnen maken voor mensen die hulp nodig hebben.

Sommigen zeggen ook wel: “De sociaaldemocratie is klaar, want ik was een dubbeltje en ik ben een kwartje geworden.” Maar er zijn nog zo veel meer dubbeltjes die kwartjes kunnen worden. En die dubbeltjes en kwartjes maken zich ook zorgen over de toekomst. Kan je voor je kinderen net zo’n positief toekomstbeeld schetsen als je zelf altijd hebt gehad?’

Wanneer is voor jou je voorzitterschap geslaagd?
‘Als wij een partij zijn die jonge mensen aan zich weet te binden. Als we een echt diverse partij zijn, waar we de talenten van vrijwilligers benutten. Als we die actiegerichte partij nog veel meer kunnen laten zien. En als we ook weer werken aan een sociaaldemocratische agenda voor de toekomst. Grote vraagstukken zoals de tweedeling, daar hebben wij sociaaldemocraten antwoorden op. Die moeten we met elkaar niet alleen opschrijven en bedenken, maar ook vertalen naar diezelfde politieke acties. Daar heb ik nog wel een paar jaar voor nodig hoor!’

Nelleke Vedelaar (1977) beheerde in het gemeente-bestuur van Zwolle de portefeuilles Zorg, Wonen, Armoedebestrijding, Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ze woont nog altijd met haar rode kater en haar zus in de Hanzestad, waar ze iedere week als zangeres met haar band oefent en soms ook optreedt. Als PvdA-voorzitter wil ze dat naast de strijdvaardigheid ook de gezelligheid en saamhorigheid binnen de vereniging terugkeert.

Dit interview verscheen in het blad Rood, lees hier het hele blad [icon name=”arrow-right” class=”” unprefixed_class=””]