Terugblik op vijf jaar ministerschap

Terugblik op vijf jaar ministerschap

Terugblik Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2012–2017.

Op 5 november 2012 werd ik beëdigd door koningin Beatrix als minister van sociale zaken en werkgelegenheid en vicepremier van het kabinet Rutte-Asscher. Op 26 oktober 2017 draag ik het departement over aan de nieuwe minister. Ik vind het leuk om kort terug te blikken op deze intense periode en dat te delen met liefhebbers en geïnteresseerden. Het is absoluut geen poging compleet te zijn. Er zijn in die vijf jaar ruim 20.000 nota’s langsgekomen en honderden wetten. Ik ga nu ook niet in op mijn rol als vice-premier, dat komt nog wel eens.

Beëdiging in november 2012. (Foto ANP)

Toen Diederik Samsom mij in de zomer van 2012 polste om mogelijk minister te worden heb ik na lang piekeren ja gezegd en bewust gekozen voor de portefeuille Sociale Zaken. Integratie werd toegevoegd, daar was ik als wethouder in Amsterdam al volop mee bezig. Destijds was het nog de aanname dat de vicepremier ook minister van financiën zou zijn maar ik wilde liever een portefeuille waar je directer met mensen te maken had. Jeroen Dijsselbloem werd minister van financiën en later ook voorzitter van de Eurogroep.

Voor ik minister werd had ik bedacht drie hoofdthema’s te kiezen: aanpak van doorgeslagen flex, aanpak van schijnconstructies en uitbuiting, verbeteren van de combinatie van arbeid en zorg. Dit kwam eigenlijk voort uit de Dublin-agenda die ik met Monika Sie en Thijs Kerckhoffs gemaakt had.

Maar je regeert nooit in een vacuüm maar in een land in beweging. Naast de bijzonder lastige politieke constellatie — coalitie met tegenpool VVD, minderheid in Eerste Kamer — waren er grote ontwikkelingen van invloed op mijn beleidsterreinen en dus op het ministerschap.

Het afgrijselijke fenomeen van de vaak jonge Nederlandse uitreizigers naar het IS-kalifaat vanaf 2013 had naast directe impact op veel levens en op de veiligheid natuurlijk ook betekenis voor het onderwerp integratie. De islamistische terreuraanslagen in Europa- van Charlie Hebdo in januari 2014 tot Brussel, Madrid, Berlijn, Manchester, Londen, Istanbul en helaas meer steden daarna zorgden voor angst en spanning. Dreiging in Nederland tegengaan, radicalisering voorkomen en het terugdringen van jihadisme vormden daarom een grote opdracht.

Na de aanslagen op Charlie Hebo.

Later – vanaf 2015 – zette de vluchtelingencrisis de verhoudingen in Nederland verder op scherp. En voorzag ons van een enorme integratiekwestie. Na de noodopvang kwam de vraag hoe we konden leren van wat er misging bij de grote vluchtelingenstroom in de jaren ‘90.

Sociaal economisch was -natuurlijk – de diepe economische crisis waarin we begonnen dominant. Stijgende werkloosheid, economische krimp, dalend consumentenvertrouwen, faillissementen. Het economisch contrast tussen 2012 en 2017 kan niet groter zijn. En dat had grote implicaties voor hoe het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zich moest opstellen.

Economische ontwikkelingen (bron: CPB)

Rode draad voor mij in die vijf jaar was: goed werk voor iedereen, iedereen doet mee. Goed werk is een baan met zekerheid. Een baan met waardering en respect van je baas. Met een fatsoenlijk salaris en waar je het naar je zin hebt met je collega’s. Een baan met ruimte om jezelf te ontwikkelen.

De harde werkelijkheid was echter dat goed werk het aflegde tegen flexbaantjes. Het aantal vaste contracten daalde al vele jaren. Zelfs de overheid gaf het slechte voorbeeld door payrolling en aanbesteding waar werknemers het slachtoffer van waren. Inwisselbare werknemers maakt van collega’s concurrenten. Dat mag voor winstgerichte grote bedrijven wenselijk zijn, maar voor werknemers is het een ramp. Een baan zonder zekerheid vreet aan mensen.

Maar de economische situatie eiste eerst alle aandacht op…

1. Meer werk — Werkgelegenheid en crisisaanpak

Werkloosheid sterk gedaald, beroepsbevolking stijgt

De crisis zorgde er voor dat steeds meer mensen hun baan verloren. Nog altijd zijn er veel te veel mensen werkloos. Maar de werkloosheid daalt en voor het eerst zijn er meer dan 10 miljoen banen in Nederland.

We hebben het aannemen van personeel, met name mensen met een klein inkomen, fors goedkoper gemaakt waardoor werkgevers méér personeel aannemen. Werkgevers zijn verplicht werknemers opleidingen te laten volgen en we hebben de brug-WW geïntroduceerd om werkzoekenden makkelijker aan werk te helpen. Met sectorplannen is van onderop gekeken naar maatregelen die per sector helpen om bijvoorbeeld te investeren in scholing waarmee mensen aan het werk konden blijven en zijn er leerwerkplekken gecreëerd om jongeren werkervaring te laten op doen. Nederland kende een poos een zeer snelle stijging van de werkloosheid maar hoort nu bij de koplopers in Europa vanwege de snelle daling

Wat cijfers:

o De werkloosheid (seizoensgecorrigeerd) is verder gedaald tot 422.000 in september 2017. Dat is een werkloosheidspercentage van 4,7%.

o De werkloosheid ligt nu op het laagste niveau in ruim zes jaar tijd (juni 2011)

o De jeugdwerkloosheid ligt nu op het laagste niveau in acht jaar tijd (mei 2017)

o Het CPB raamt in de MEV 2018 een werkloosheidspercentage van 4,9% in 2017 en 4,3 % 2018. Dat betekent een daling naar 390.000 werklozen in 2018.

o Ook de werkgelegenheid stijgt door. Meer mensen dan ooit hebben een betaalde baan; 8,6 miljoen mensen in augustus 2017. Het consumentenvertrouwen en aantal vacatures liggen hoog.

o In een aantal sectoren zijn de eerste tekenen van krapte op de arbeidsmarkt zichtbaar.

Sectorplannen
De crisis dreigde mensen niet alleen van hun werk maar ook van hun perspectief te beroven. Met het verdwijnen van banen, zouden immers ook de mensen met kennis en kunde verdwijnen die na de crisis hard nodig zouden zijn. Samen met de werkgevers en werknemers heeft het kabinet ingezet op sectorplannen, plannen waarmee mensen konden worden behouden, aan een andere baan konden worden geholpen en waarmee ze konden worden opgeleid voor het werk na de crisis. De sociale partners bepaalden daarin samen met partners in de regio of de sector wat er nodig was en brachten geld in, het kabinet legde de andere helft bij. Meer dan 100 sectorplannen zagen het licht. Vanaf dag een was er ook veel kritiek op de sectorplannen – want hoeveel banen leverde het nou op:

Voorpagina Telegraaf, november 2015.

Belangrijk dus dat ze goed worden geëvalueerd zodat het bij een volgende economische crisis weer beter gaat. Ik ben heel benieuwd maar ik ben blij dat we er in de crisis in ieder geval veel mensen mee hebben kunnen helpen. Een goed voorbeeld vind ik het sectorplan transport waarbij duizenden chauffeurs zijn geholpen een baan te krijgen of te behouden. Maar het duurde sowieso vreselijk lang voor het aantal banen begon te groeien. Wat dacht je van deze fraaie voorpagina van Vrij Nederland van januari 2016…?

Voorpagina Vrij Nederland, januari 2016.

Actieplan 50-plus
We worden allemaal omringd door fitte vijftigers. Toch komen vijftigers die werkloos worden lastiger aan werk dan jongere werkzoekenden. Daar mogen we ons niet bij neerleggen. Met het actieplan Perspectief voor vijftigplussers hebben we geprobeerd daar wat aan te doen. Het plan bevat geld zodat UWV vijftigers beter kan begeleiden. Maatregelen om het aantrekkelijker te maken vijftigers in dienst te nemen. Maar ook een aanpak van de hardnekkige vooroordelen over vijftig plussers. Met als boegbeeld John de Wolf. Het is indrukwekkend hoe de oud-Feyenoorder strijd tegen de hardnekkige vooroordelen over vijftigplus aanbond.

Op bezoek met John de Wolf (Foto: SZW)

2. Goed werk — zekerheid, bescherming, waardering

In het Regeerakkoord stond een haakje om de plannen voor de arbeidsmarkt om te zetten in een akkoord met werkgevers en werknemers. Dat was voor mij een gouden kans om de plannen socialer te krijgen en werk te maken van de agenda voor een fatsoenlijke arbeidsmarkt. In het diepste geheim onderhandelde ik samen met premier Rutte met VNO bons Bernard Wientjes en FNV baas Ton Heerts.

Een sociaal akkoord met de polder
In april 2013 sloten we het sociaal akkoord met werkgevers en werknemers. Doel was om doorgeslagen flex te stoppen, de regels voor ontslag eerlijker te maken, schimmige schijnconstructies aan te pakken en arbeidsgehandicapten een plek tussen collega’s te bieden.

Aantal mensen met een vaste baan neemt voor het eerst in zeven jaar toe

Er is al veel geschreven over het sociaal akkoord en wat er wel en niet goed aan was. Ik ben nog steeds blij dat als gevolg daarvan de WW niet verkort is naar een jaar midden in de crisistijd en dat het vaste contract als gemeenschappelijk doel is opgenomen. Natuurlijk had ik ook meer gewild om de flexverslaving te stoppen maar de trendbreuk was daar.

Het aantal mensen met een vaste baan neemt intussen alweer vijf kwartalen op rij toe. Bovendien zijn werknemers met uitzicht op een vaste baan de snelst groeiende groep onder flexwerkers.

Mutatie aantal werknemers met vast contract. (Bron: SZW)

  • Het tweede kwartaal van 2017 steeg het aantal werknemers met een vast contract met 11 duizend ten opzichte van vorig jaar

Ontslagrecht eerlijker

In de Wet Werk en Zekerheid die uit het sociaal akkoord voortvloeide werd afgesproken dat mensen beschermd wordne tegen willekeur bij eventueel ontslag, dat werkgevers functioneringsgesprekken voeren en investeren in de scholing van hun mensen. Het oneigenlijk gebruik van de proeftijd is verboden en hetzelfde geld voor het misbruik maken van een concurrentiebeding. Daarnaast is de ongelijke behandeling uit het ontslagrecht gehaald waardoor iedereen nu recht heeft op een transitievergoeding, ook flexwerkers, en is de ontslagbescherming voor werknemers die via payrolling werken verbeterd. Het langdurig gebruik van 0-urencontracten is aan banden gelegd.

Schoonmakers in vaste dienst
De overheid moet het goede voorbeeld geven als het gaat om goed werk. Helaas is dat vaak niet het geval. Zo werkten schoonmakers niet meer in dienst van het rijk. Schoonmaakbedrijven werd via aanbestedingen de opdracht gegund als ze voor de laagste prijs de klus wilden klaren. En dus werden schoonmakers door de gangen gejaagd omdat er per strekkende meter poetswerk werd betaald. Aan die trend dat alles goedkoper moet en werknemers daarvan de dupe zijn wilde ik iets doen. Schoonmakers worden bij het rijk weer in vaste dienst genomen. Aan payrolling is bij de Rijksoverheid een einde gemaakt. De overheid moet zo haar voorbeeldfunctie weer terugkrijgen.

Volwassen loon voor jongeren.
Met het minimumjeugdloon verdienden jongeren tot en met 23 jaar minder dan volwassenen. Dat terwijl de huur of hypotheek, de kosten voor studie en levensbehoeften voor hen echt niet lager zijn. Young and United voerde hier succesvol en ludiek actie tegen. Het lukte om dit te veranderen. Vanaf 21 jaar gaan jongeren nu gewoon het volwassenenloon verdienen. Daarnaast gaat het jeugdloon voor 18, 19 en 20 jarigen flink omhoog.

Volwassen loon voor jongeren!

Stukloon is minimaal het minimumloon.
Mensen die op stukloon werken krijgen voortaan net als ieder ander minimaal het minimumloon. Voorheen mochten werkgevers zelf een ‘productienorm’ vaststellen. Dat zijn aantallen die gehaald moeten worden om een minimumloon te verdienen. Denk bijvoorbeeld aan het aantal te bezorgen postpakketten. Dat is oncontroleerbaar en leidt tot véél te hoge normen om zo werknemers steeds minder te betalen. Nu krijgen postbezorgers weer het loon waar ze recht op hebben. En dat is minimaal het minimumloon.

Minimumloon voor 431.000 mensen
Naast de werknemers en de zelfstandig ondernemers is er nog een derde groep werkenden: de mensen die aan de slag zijn als opdrachtnemer. Zij hebben geen arbeidsovereenkomst, maar willen of kunnen ook niet voldoen aan de voorwaarden van het zelfstandig ondernemerschap (zzp). Hun onderhandelingspositie is vaak zwak. Om uitbuiting van deze groep te voorkomen heeft het kabinet besloten dat werk onder een overeenkomst van opdracht (ovo), of onder een aanneem- , uitgeef-, en vervoersovereenkomst, tenminste het wettelijk minimumloon moet opleveren. Gastouders die in hun eigen huis kinderen opvangen worden uitgezonderd van de regeling.

Strijd tegen discriminatie
Vijftigers die weggezet worden als ‘oud’, jongeren met een buitenlandse achternaam die afwijzing na afwijzing op de mat zien vallen. Het is het schrijnende resultaat van discriminatie vanwege leeftijd of afkomst. Ik heb er de afgelopen jaren teveel voorbeelden van gehoord. En ik vind dat de overheid een verantwoordelijkheid heeft dit aan te pakken – niet alleen verwijzen naar invechten dus. We pasten contracten aan zodat bedrijven kunnen worden uitgesloten van overheidsopdrachten als zij vervolgd zijn vanwege discriminatie en wordt hun naam openbaar gemaakt. Ook hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om te experimenteren met anoniem solliciteren. Voorbeelden van de aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt.

Aanpak stress en pesten op het werk
Met hard werken is niks mis, maar de randvoorwaarden om dit te kunnen doen moeten er wel zijn. Bijvoorbeeld dat je naast je werk ook de zorg op je kunt nemen voor een familielid of vriend. En dat er op je werk geen sprake is van agressie, pesten en intimidatie. Dat veroorzaakt ongezonde werkstress. Ondanks dat een derde van het ziekteverzuim veroorzaakt wordt door werkstress, bleek het de afgelopen jaren voor veel werkgevers en werknemers nog een taboe om door over te praten. Daarom startten we in 2014 een campagne om dit belangrijke thema onder de aandacht te brengen en bespreekbaar te maken.

www.duurzameinzetbaarheid.nl

Tijdens de jaarlijkse Week van Werkstress gingen in het hele land werkgevers en werknemers met elkaar in gesprek over de risico’s van werkstress. Ook de Inspectie SZW besteedt tegenwoordig tijdens controles extra aandacht aan gezonde werktijden, werkdruk en agressie en intimidatie op de werkvloer.

Nieuwe Arbowet
Alle werknemers in ons land moeten toegang hebben tot professionele bedrijfsgezondheidszorg. Door de Arbowet te wijzigen regelden we daarom dat elke werknemer voortaan het wettelijk recht om een bedrijfsarts te spreken. Een werknemer die twijfelt over het oordeel van een bedrijfsarts, mag altijd om een second opinion bij een andere bedrijfsarts vragen. Ook zijn alle werkgevers verplicht om een contract af te sluiten met de arbodienst of bedrijfsarts waarin deze zaken zijn vastgelegd. Bedrijfsartsen moeten beroepsziekte van een werknemer melden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, zodat er zicht is op welke beroepsziekten waar en hoe vaak voorkomen.

Europese aanpak kankerverwekkende stoffen
Een onderdeel van gezond je werk kunnen doen dat minder in de aandacht staat maar wel verschil kan betekenen tussen leven en dood is de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap werd door alle 28 Europese landen afgesproken dat werknemers voortaan beter beschermd worden tegen de risico’s van het werken met kankerverwekkende stoffen. Met een richtlijn wordt gezorgd dat alle Europese werknemers dezelfde bescherming krijgen – dat scheelt duizenden mensenlevens!

Met een Europese richtlijn voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen kunnen werknemers in heel Europa rekenen op dezelfde bescherming tegen schadelijke stoffen. Dit scheelt duizenden mensenlevens!

3. Eerlijk werk — gelijk loon voor gelijk werk

Als je wilt horen over de lusten en lasten van de Europese zijn de vrachtwagenchauffeurs een goede gids. Ze ervaren hoe belangrijk het is dat er vrij verkeer van goederen is. En ze ervaren hoe dat leidt tot uitholling van arbeidsvoorwaarden. Maar ook in de bouw, bij de schilders, in de landbouw en in de vleesverwerkende industrie kom je schrijnende voorbeelden tegen van oneerlijke concurrentie tussen Europese werknemers. Ik schreef er in 2013 het artikel ‘Code Oranje’ over, samen met David Goodhart. Dat stuk leidde tot veel ophef – als je het terugleest vraag je je af waarom maar het hielp om dit onderwerp op de agenda te krijgen in Brussel.

Wat volgde? Heel veel uren van lobby in Brussel. Coalities bouwen met landen in Europa. Uitstel op uitstel slikken. Uitgerekend in de laatste week van mijn ministerschap is een deal bereikt die – in ieder geval een stuk – van dit probleem gaat aanpakken.

Aanpak schijnconstructies
Tegelijkertijd wilde ik niet wachten op Europa. In het Sociaal Akkoord was afgesproken dat we schijnconstructies gingen aanpakken om verdringing van Nederlandse werknemers tegen te gaan. Dankzij die afspraken in het sociaal akkoord lukte het me de Wet Aanpak Schijnconstructies door het kabinet te krijgen ondanks de bezwaren van de VVD. Die wet veranderde de verhoudingen tussen opdrachtgevers en onderaannemers. Opdrachtgevers kunnen nu aansprakelijk worden gesteld voor onderbetaling van cao loon verderop in de keten. Want voor alle werknemers moet gelden: gelijk loon voor gelijk werk.

4. Tijd voor elkaar

Hoe combineren we werk en prive leven op een goede manier? Wat kunnen we doen om te zorgen dat vrouwen en mannen op een moderne manier hun talenten kunnen ontplooien en zorgtaken kunnen verdelen. Daar aan bijdragen vond ik een belangrijke taak en dat komt voort uit mijn opvoeding. Bij Opzij hield ik een speech over de rol die mijn moeder daarbij heeft gespeeld:

Een begin voor een modern vaderschapsverlof
Helpen met zorg voor buren of vrienden. Tijd hebben voor elkaar, voor de mensen van wie je houdt. Meer tijd voor ouders met hun pasgeboren baby. Na lang soebatten met de VVD kon ik een voorstel indienen om het vaderschapsverlof uit te breiden naar vijf dagen. Niet echt revolutionair zou je denken, maar toch reageerde de MKB-voorman dat we moeten ophouden te “graaien in de snoepdoos van de werkgevers”. Gelukkig denken de meeste mensen inmiddels een stuk moderner en ik ben dan ook blij dat het nieuwe kabinet het vaderschapsverlof nog verder wil uitbreiden.

Ook hebben we verlofregelingen verruimd waardoor het nu ook mogelijk is om te helpen bij de zorg voor buren of goede vrienden. Omdat tijd voor elkaar een kostbaar goed is. En niet te vergeten: we hebben verlof geregeld voor als je partner in het kraambed overlijdt. Ik heb zo’n vader ontmoet en het snijdt je door je ziel, je vrouw kwijt raken en tegelijk een pasgeboren baby grootbrengen. Een kleine maatregel, met grote impact voor de betrokkenen.

Kinderopvang

Bezoek kinderopvang Zoetermeer 

Toen ik begon gingen er steeds minder kinderen naar de opvang. Door de slechte economie en door harde bezuinigingen. Ik wilde kwalitatief betere opvang voor alle kinderen en meer geld. Zodat kinderen een goede start kunnen maken, samen spelen, leren delen. Ook goed voor hun taal en goed voor hun ontwikkeling. Hier is na de eerste, moeilijke beginperiode heel veel gebeurd. Er kwam een aanbod voor alle peuters, er kwam ruim een half miljard extra geld. Met bijna volledige vergoeding voor mensen met een laag inkomen, zodat ook zij aan de slag kunnen. Daar ben ik best trots op. Dit jaar hebben wij de wet innovatie kwaliteit kinderopvang en de wet harmonisatie kinderopvang peuterspeelzalen door de Tweede en Eerste Kamer gekregen. Een schoolvoorbeeld van goede samenwerking met de branche om de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren. Onder meer met meer leidsters voor baby’s; die krijgen te maken met twee vaste gezichten in plaats van nu nog drie. Er komt op de crèches meer aandacht voor de ontwikkeling van kinderen. Alle medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzalen moeten goed Nederlands kunnen spreken.

Behalve meer kwaliteit wilde ik ook een veilige opvang voor kinderen. In mijn tijd als wethouder van Amsterdam speelde de afschuwelijke zedenzaak rond Robert M. Dat nooit meer. Nieuwe medewerkers kunnen pas aan de slag als ze een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) hebben. Alle vaste medewerkers in de kinderopvang worden bovendien continu gescreend op strafbare feiten en er is een meldplicht bij vermoedens van geweld of misbruik. En met de invoering van het vierogenprincipe (altijd een tweede volwassene die meekijkt) worden medewerkers in de kinderopvang altijd gezien of gehoord tijdens hun werk door een collega. Dat moet griezels op veilige afstand van kinderen houden.

5. Integratie

Integratie is een zaak van ons allemaal. Het betekent aanpassen en loslaten. Meedoen en erbij horenb. Bij integratie draait het om de vraag hoe mensen in onze samenleving een plek vinden. We zien dat kinderen van migranten steeds meer en steeds beter meedoen. Op school, op de arbeidsmarkt, in het contact met anderen. Maar we zien ook dat sommigen niet meekomen, zich niet thuisvoelen en dat veel mensen zich daar terecht zorgen om maken. Integratie is vergt meer dan regels van de overheid. Ik heb geprobeerd de problemen aan te pakken en me tegelijk in te zetten voor de vele succesvolle Nederlanders met een migratie achtergrond. Onder het motto streng en liefdevol. Echt succesvolle integratie is iets van ons allemaal. Het vraagt inspanning van nieuwkomers, van migranten en hun kinderen en kleinkinderen, en van Nederlanders waarvan de ouders en grootouders hier geboren werden.

Ontmoeting met een jonge Syrische vluchtelinge Aanpak jihadisme 

Aanpak jihadisme 
Onder meer door de opkomst van IS kregen we te maken met de dreiging van terreur en in ons land. Ook werden tientallen met name jonge Nederlandse moslims geronseld om hun toekomst te vergooien en zich aan te sluiten bij de gewapende strijd in Syrië of Irak Samen met toenmalig minister Opstelten van Justitie maakten we daarom een actieplan om haatzaaien, ronselen en extremisme in een vroeg stadium de kop in te drukken. Met onder meer maatregelen om te voorkomen dat mensen kunnen uitreizen naar naar IS-gebied. Maar ook met de mogelijkheid om het Nederlanderschap af te nemen van mensen die dat toch doen. En door het hard aanpakken van ronselaars en haatpredikers. Van mensen die toch ons land verlaten om zich aan te sluiten bij IS, wordt de uitkering, toeslag of studiefinanciering stopgezet. Zo wordt voorkomen dat de gewelddadige jihadistische strijd met Nederlands overheidsgeld wordt gefinancierd.

Ook richtten we een speciale expertise-unit op, de ESS, die onder meer honderden docenten trainde om radicalisering van hun leerlingen te herkennen en tegen te gaan. Ook ondersteunt de ESS onder meer gemeente over hoe ze kunnen bemiddelen e optreden bij spanningen tussen groepen in onze samenleving.

Wet jeugdverblijven (moskee internaten)
Er waren al geruime tijd zorgen over het welzijn van kinderen die wonen in jeugdverblijven, waaronder moskee-internaten. We maakten daarom samen met gemeenten en besturen van internaten afspraken om de veiligheid en het welzijn voor kinderen in de internaten te vergroten. Die afspraken legden we later vast in een wet. Het gevolg daarvan is dat jeugdverblijven minstens één keer per jaar door de GGD bezocht worden. Ook moeten de internaten een onafhankelijke vertrouwenspersoon hebben en is een Verklaring Omtrent Gedrag voor alle medewerkers verplicht. Zo zorgen we dat er toezicht is op het pedagogisch klimaat in deze internaten en dat kinderen in die internaten niet worden weggehouden van onze samenleving. De eisen gelden voor alle private internaten in ons land.

In gesprek met ouders over de moskee-internaten

Zwarte Pietdiscussie
Tijdens de afgelopen kabinetsperiode barstte de discussie over de figuur van Zwarte Piet in alle hevigheid los. Voor- en tegenstanders stonden lijnrecht tegenover elkaar. De ene groep vond Zwarte Piet een pijnlijke herinnering aan ons slavernijverleden, de andere groep zag het als een onschuldige traditie bij een kinderfeest. De spanningen liepen soms hoog op en dat leidde zelfs tot bedreigingen en geweld. We nodigden de afgelopen jaren een aantal keer allerlei betrokken partijen uit op het ministerie van SZW om met elkaar de dialoog aan te gaan over dit gevoelige thema. Ook adviseert de ESS de gemeenten waar de jaarlijkse intocht van Sinterklaas en zijn Pieten plaatsvindt. In een Facebookpost legde ik uit waarom ik vind dat Zwarte Piet moet veranderen maar waarom ik die verandering niet wil opleggen.

Inburgering
Het stelsel rond de inburgering van nieuwkomers kwam behoorlijk onder druk te staan. Zeker toen onder meer als gevolg van de oorlog in Syrië en Irak duizenden vluchtelingen de Middellandse Zee overstaken en in ons land terecht kwamen. We maakten daarom met de gemeenten afspraken over hoe zij meer regie krijgen op de begeleiding van nieuwkomers en verdubbelden het budget dat zij per nieuwkomer hiervoor krijgen. We stelden hogere eisen aan de aanbieders van inburgeringslessen, zorgden voor meer examenlocaties, zorgden dat nieuwkomers direct aan de slag kunnen als vrijwilliger en begonnen met het aanbieden van taallessen aan vluchtelingen die nog in AZC verblijven. Vluchtelingen die een verblijfsstatus krijgen, worden gescreend op hun arbeidsmarktverleden en komen terecht op die plekken in het land waar de kans op een passende baan of studie het grootst is. Vanaf 1 oktober van dit jaar is het traject rond de participatieverklaringverplicht voor alle inburgeraars. Dit alles vanuit het principe dat we geen dag langer dan noodzakelijk moeten wachten met de integratie van nieuwkomers.

6. Koopkracht

De crisis waarmee we geconfronteerd werden was de hevigste sinds de oorlog en heeft diepe sporen nagelaten. Het leed van baanverlies is niet te vatten in cijfertjes, het raakt een volledig gezin. Desondanks was het ook mijn taak te letten op de inkomensverhoudingen en te proberen de inkomensongelijkheid te beperken. Dat is gelukt door ieder jaar geld te verschuiven naar lagere inkomens om hen zoveel als mogelijk te ontzien voor de gevolgen van de crisis. Sommige mensen noemen nivellering een vies woord, ik noem het sociaal noodzakelijk.

Ook als je nivelleren geen feest vindt: het is goed voor NL dat inkomens ongelijkheid binnen de perken blijft…

Koopkracht in 2013 op achteruit, laatste vier jaren vooruit

7. Niet gelukt

Het zou flauw zijn alleen op te schrijven waar ik trots op ben. Ik vond het heel jammer dat het niet lukte meer te doen aan het kostenverschil tussen ZZP en werknemers en wilde graag een basis arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandigen. Het is echt schrijnend hoeveel zelfstandigen onverzekerd rondlopen met alle risicos van dien. Mijn voorstel om wat te doen aan de loondoorbetaling bij ziekte voor kleine bedrijven kreeg ik niet langs het kabinet, net zomin als de payrollwet. En ik had ook graag verdergaande stappen willen zetten om werkgevers sneller vaste contracten te laten geven. Weliswaar komen er eindelijk meer vaste banen bij, zekerheid van werk moet weer de norm worden en zover zijn we echt nog niet. Allemaal onderwerpen die de komende jaren onze aandacht verdienen. Ik zal hier geen uitputtende opsomming maken van wat ik eigenlijk nog meer of anders had gewild (en dus ook niet over de verkiezinguitslag beginnen 🙂 ) maar er is genoeg te bedenken…

De opgave voor de toekomst

Het is duidelijk dat er nog veel werk te verrichten is voor een fatsoenlijke arbeidsmarkt van de toekomst. Denk maar aan de uitdaging die robotiseringmeebrengt maar ook de hardnekkige flexverslaving moet streng worden aangepakt. De uitdagingen op het gebied van arbeid en zorg liggen ook voor de hand. Integratie zal de komende jaren enorm belangrijk blijven. Opkomen voor de vrijheid van ieder mens om eigen keuzes te maken, opkomen voor de waarden die onze gemeenschappelijke vrijheid dragen, optreden tegen mensen die verdeeldheid zaaien en haat prediken.

Ik ga hier niet reageren op de vele maatregelen die het nieuwe kabinet heeft aangekondigd. Sommige vind ik goed, andere slecht. Wel misschien op het verwijt van sommigen dat ik in de afgelopen vijf jaar te veel de oren heb laten hangen naar werknemers. Ik beschouw het als een compliment.

Werkenden in Nederland verdienen kansen en bescherming. Of je nu zelfstandige, werknemer met een tijdelijk contract of vaste werknemer bent. Goede werkgevers zien dat zelf ook. Als we zekerheid ervaren in ons werk, komt vooruitgang vanzelf. En qua integratie: ik ben veel te realistisch om naief te zijn over de formidabele problemen die er rond integratie zijn. Tegelijk ben ik veel te hoopvol om te denken dat we het niet voor elkaar kunnen krijgen.

Ik ben iedereen dankbaar met wie ik de afgelopen jaren heb mogen samenwerken. Ambtenaren, politici, vakbonden en werkgevers en talloos veel anderen. Ik vond het een eer minister te mogen zijn in zo n woelige tijd.

En nu: op naar de volgende klus…

Debat in de Tweede Kamer.