Na het kapitalisme…

Na het kapitalisme…

Er hangt verandering in de lucht. The Economist schrijft over “broken capitalism”. “Is capitalism in crisis?” vraagt Forbes zich af. En het antwoord is helder:  ja, het kapitalisme is in crisis en moet hervormd worden om de samenleving te dienen. Geen nieuws voor een sociaaldemocraat, maar eindelijk lijkt rechts ook het licht te zien. Na de ontmaskering van het verhaal dat welvaart vanzelf wel neerdaalt van de rijksten – trickle down – naar de rest van de samenleving, lijkt rechts zich langzaam te realiseren wat wij al lang wisten: ‘capitalism as we know it’ werkt vooral voor de happy few. Het goede nieuws is: er is een alternatief mogelijk dat werkt voor ons allemaal.

‘Capitalism as we know it’ werkt vooral voor de happy few

Ook in Nederland is de verandering bijna voelbaar. Na een jaar lang, op het belachelijke af, het afschaffen van de dividendbelasting te verdedigen – een ultieme oprisping van het aandeelhouderskapitalisme – is zelfs bij de VVD het besef doorgedrongen dat de relatie tussen de grootste bedrijven en de samenleving onder hoogspanning staat. Het verhaal van Klaas Dijhoff over zijn Philips-achtergrond laat zich simpel samenvatten als een pleidooi voor “gezellig kapitalisme”.

Probleem van de huidige inrichting van onze economie is dat slecht gedrag beloond wordt. Een bedrijf dat ten koste van werknemers en milieuschade ‘lean and mean’ opereert wordt op korte termijn beloond met hogere winsten en tevreden aandeelhouders. Concurrentie leidt al te vaak tot een race naar de bodem, een race die overheden meesleurt in een strijd om de laagste belastingtarieven en de minste bescherming van werknemers. Zie Ruttes verdediging van de dividendflop, hij voelde tot in het diepst van zijn vezels dat hij mee moest doen aan die race.

Concurrentie leidt al te vaak tot een race naar de bodem

Deze race erodeert het draagvlak onder de verzorgingsstaat en zorgt ervoor dat de lasten, risico’s en onzekerheid vooral bij de grote groep werkende mensen terecht komen. Zij krijgen onzekere contracten en van hen wordt een steeds hogere productiviteit in steeds moeilijker omstandigheden verwacht. Zet daar de kleine maar ultra welvarende aandeelhoudersklasse tegenover die zich door hun rijkdom verzekerd hebben van een veilig bestaan. Soms komt er wat terug via filantropie, maar Anand Giridharadas laat in zijn boek ‘Winners Take All’ goed zien dat dergelijke initiatieven – hoe sympathiek ze ook ogen – in feite een schaamlap zijn voor een uitbuitingseconomie.

Nu zijn er hier en daar pleidooien om dan maar afscheid te nemen van economische groei. Of van groei in het algemeen. Dat klinkt ook logisch als je ziet hoe gigantisch de ecologische schade is van ons huidige model en hoe  enorm ontwrichtend de verschillen tussen arm en rijk kunnen zijn. Toch vind ik dat een slecht idee.  Ik ben vicepremier geweest in een tijd van economische krimp en heb gezien hoe groot de impact is van werkloosheid voor mensen. Niet alleen op hun inkomen, ook op hun bestaan. Is het niet beter te streven naar economische vooruitgang in combinatie met maatschappelijke doelen?

Is het niet beter te streven naar economische vooruitgang in combinatie met maatschappelijke doelen?

Ik ben er van overtuigd dat ook werknemers graag zien dat hun werk – en hun bedrijf – bijdraagt aan meer dan alleen een beurskoers. De behoefte om ertoe te doen reken ik tot de fundamentele behoeften van ieder mens.

De behoefte om ertoe te doen reken ik tot de fundamentele behoeften van ieder mens

Wat kunnen we doen om samen een economie te creëren waarin iedereen zinvol werk doet en waarmee we samen nieuwe zekerheden voor de toekomst bouwen? Hoe kunnen we goed gedrag belonen en slecht gedrag beprijzen? Voor de Partij van de Arbeid is het altijd de missie geweest dat ieder mens bestaanszekerheid geniet en een kans op ontplooiing heeft. Zekerheid is niet schadelijk voor groei en vooruitgang, maar er juist een voorwaarde voor. In deze tijd vergt dat een aantal grote hervormingen.

Zekerheid is niet schadelijk voor groei en vooruitgang, maar er juist een voorwaarde voor

Een belangrijk onderdeel daarvan is dat bedrijven gaan stilstaan bij hun maatschappelijke rol. Hun missie. Aandeelhouders verwachten winstmaximalisatie op korte termijn, maar de samenleving verwacht terecht meer van bedrijven. In Frankrijk is daartoe een wet aangenomen. Die wet regelt in essentie drie dingen:

  1. Bedrijven moeten hun missie – hun raison d’etre– formuleren. Bedrijven moeten hun leidende principes gaan definiëren die als gids dienen bij financiële en strategische beslissingen.
  2. Bedrijven worden wettelijk verplicht om naast hun eigenbelang, ook rekening te houden met de belangen van de samenleving en het milieu.
  3. Bedrijven kunnen, onder voorwaarden, een nieuwe rechtsvorm aannemen, namelijk een maatschappelijk bedrijf. De nieuwe rechtsvorm moet ondernemers die willen handelen in het maatschappelijk belang betere juridische bescherming bieden tegen activistische aandeelhouders die alleen winst op korte termijn willen maken.

Aanvankelijk leidde de wet tot kritiek, maar bedrijven zijn er nu serieus mee bezig. Ze bespreken het met de werknemers. Wat doet ons bedrijf voor de samenleving, wat is onze echte toegevoegde waarde? Sommige Nederlandse bedrijven doen dat sowieso al. Een bedrijf als Tony Chocolonely vind ik een mooi voorbeeld. Zij maken winst, maar de missie is 100% slaafvrije chocolade. Ik wil dat alle Nederlandse bedrijven gaan stilstaan bij hun maatschappelijke missie en wil daarom een zelfde soort wet als in Frankrijk gaan maken.

Ik wil dat alle Nederlandse bedrijven gaan stilstaan bij hun maatschappelijke missie

Deze initiatiefwet is onderdeel van een bredere agenda. Belastingen moeten goed gedrag gaan belonen slecht gedrag bestraffen. In Oostenrijk doen ze dat al, door de winstbelasting te verhogen voor bedrijven die geld oppotten en te verlagen voor bedrijven die investeren. Verder is winstdeling nodig zodat welvaart eerlijker gedeeld wordt. En zeker werk moet weer de norm worden, met inspraak en invloed voor werkenden op het werk zelf, op beloningen (en maximale beloningsverschillen) en de balans tussen werk en privé.

Ik roep de CEO’s van de grote bedrijven op: laat zien dat dat je het goede wil doen en spreek je uit voor een dergelijke verandering! Want verantwoord kapitalisme gaat niet vanzelf, dat heeft de geschiedenis wel aangetoond. Maar we kunnen het wel degelijk veranderen.

Want verantwoord kapitalisme gaat niet vanzelf