Leraren verdienen een beter salaris

Leraren verdienen een beter salaris

Alleen maar zeggen “er is geen geld” is niet voldoende. Iedereen kan zien dat de meevallers over elkaar heen buitelen en dat Nederland economische records vestigt. Mijn oproep: er moet bij de voorjaarsnota geld bij voor de leraren. Want we moeten allemaal zeker kunnen zijn van een goede leraar voor de klas!

In de lerarenkamer van basisschool de Meule/Nova in Venlo – waar ik afgelopen vrijdag op bezoek was – buitelen de verhalen over elkaar heen. Over het gevoel naar huis te gaan zonder te hebben voldaan aan je eigen verwachtingen. Over een dag minder werken om thuis alsnog te werken. Over de keuze voor een beroep in het basisonderwijs…

Maar liefst één op de vier docenten heeft last van burn-out klachten. Veel meer dan gemiddeld. En er zijn nu al 17.000 vacatures in het basis- en voortgezet onderwijs. Ik heb al eerder gezegd dat we een onverantwoord risico nemen als we dit verder laten oplopen. Zeker zijn van een goede leraar voor de klas – misschien het belangrijkste voor onze toekomst. Maar dat staat gigantisch onder druk.

Mijn oproep: er moet bij de voorjaarsnota geld bij voor de leraren.

(Tekst gaat verder onder dit Facebookbericht)

In diezelfde lerarenkamer laat Jan van de Ven van PO-in-Actie met een presentatie zien dat de loonkloof tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs het nog moeilijker gaat maken het lerarentekort weg te werken. “Straks is het lerarentekort in het voortgezet onderwijs in een oogwenk opgelost omdat het salaris een stuk aantrekkelijker is, maar in het primair onderwijs wordt het een ramp”. Hij heeft gelijk – voor een zijinstromer of een beginnende docent is het verschil nu te groot.

Gelukkig worden er goede stappen gezet: de vakbonden hebben een akkoord met minister Slob om iets aan de werkdruk te doen. Er is een eerste bedrag – na zoals u zich misschien herinnert een flinke ruzie in het vorige kabinet – voor salarisverhoging. Maar het wordt wel tijd dat het geld ook daadwerkelijk bij de leraren terecht komt.

En daarnaast moet er meer gebeuren. Meer salaris erbij, meer conciërges en extra klassenassistenten, snijden in de papierwinkel die iedere docent nu voor zijn of haar kiezen krijgt.

Het gaat uiteindelijk om politieke keuzes: wat vinden we belangrijk voor de toekomst van ons land?

Alleen maar zeggen “er is geen geld” (aldus minister Slob) is niet voldoende. Iedereen kan zien dat de meevallers over elkaar heen buitelen en dat Nederland economische records vestigt. Het kabinet deelt ondertussen cadeaus uit aan multinationals, bijvoorbeeld door de dividendbelasting af te schaffen. Het gaat uiteindelijk om politieke keuzes: wat vinden we belangrijk voor de toekomst van ons land?

Daarom zullen wij volgende week – opnieuw – een voorstel indienen om de loonkloof te erkennen en ernaar te streven die te verkleinen. De vorige keer stemden de hele oppositie daar voor, alleen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie stemden tegen. Maar deze maand gaan de coalitiepartijen onderhandelen over de voorjaarsnota en wordt er opnieuw geld verdeeld.

Mijn oproep: er moet bij de voorjaarsnota geld bij voor de leraren. Want we moeten allemaal zeker kunnen zijn van een goede leraar voor de klas!