Balkanlanden niet rijp voor EU

Balkanlanden niet rijp voor EU

De frustratie over corruptie en gebrek aan economisch perspectief is groot in de Westelijke Balkan – vooral bij jongeren. De meeste politieke leiders hebben een twijfelachtige reputatie als het gaat om Europese waarden, toch hield Brussel hen lang de hand boven het hoofd.

Stabiliteit was immers het leidend credo. Commissie voorzitter Juncker, die in 2014 nog de uitbreiding van de EU voorlopig in de ijskast zette, noemt nu 2025 als datum voor Montenegro en Servië om toe te treden. Europese regeringsleiders komen 17 mei bijeen op een top in Sofia die louter gewijd is aan deze regio. Deze hernieuwde belangstelling lijkt ingegeven door geopolitieke zorgen over de stabiliteit van de landen en over de groeiende invloed van externe spelers zoals Rusland, Turkije en China. Maar EU-lidmaatschap is geen panacee voor alle problemen. En bovendien is het absorptievermogen van de EU zelf aan de orde bij een verdere uitbreiding.

Wij hebben een evident belang bij stabiliteit in en tussen de landen daar.

Terecht wijst Juncker op de geopolitieke dimensie van de relatie van de EU met de regio. De Westelijke Balkan is geografisch een enclave binnen de unie anno 2018. Wij hebben een evident belang bij stabiliteit in en tussen de landen daar. Deze staat evenwel onder druk door etnische spanningen, opkomende nationalisme en heftige binnenlandse politieke polarisatie die mede het gevolg is van autoritair optreden van regeringsleiders. Montenegro en Servië hebben bijvoorbeeld presidenten die een welhaast onaantastbare machtspositie hebben gecreëerd voor zichzelf.

De door de EU sinds jaar en dag gestimuleerde regionale samenwerking verloopt moeizaam, het nog steeds onder VN-curatele staan van het uit drie entiteiten bestaande Bosnië en het internationaal niet erkende Kosovo blokkeren verdere ontwikkeling. Het gewelddadige (recente) verleden speelt de regio parten – verzoening blijkt een zeer complex proces.

De Balkan heeft sterk de behoefte aan politici die hun landen vooruit willen helpen en die dat ook zouden doen als er geen perspectief is op EU-lidmaatschap.

De onderlinge verhoudingen zijn een potentiële bron voor instabiliteit, net als een gebrek aan daadwerkelijk engagement van de EU. Dat gebrek heeft ruimte geschapen voor nieuwe spelers. Turkije zoekt nauwe banden met de moslimgemeenschappen in de regio en bevordert zo een cultureel conservatisme dat haaks staat op de liberale moslimtradities van de regio. Rusland heeft er vooral belang bij dat de gehele regio geen deel gaat uitmaken van de Euro-Atlantische veiligheidsstructuren en verzet zich tegen uitbreiding van de NAVO met Servië als vooruitgeschoven post. Belgrado onderhoudt traditioneel goede banden met Moskou. En China investeert miljarden in de regio met de aanleg van een nieuwe ‘zijderoute’ (het One belt One Road initiatief) dwars door de Balkan.

De EU moet het geopolitieke belang van de Westelijke Balkan niet simpelweg vertalen naar het zonder meer opnemen van fragiele landen.

De idee om de opmars van de geopolitieke invloed van deze externe spelers te frustreren via het EU lidmaatschap van een land als Servië is niet alleen onverstandig, maar zal ook averechts werken. Want een nieuwe lidstaat met een corrupt en autoritair bestuur à la Orbán kan dan fungeren als een Paard van Troje. De EU moet het geopolitieke belang van de Westelijke Balkan niet simpelweg vertalen naar het zonder meer opnemen van fragiele landen. Een Europese strategie moet niet alleen gepaard gaan met een fixatie op de EU-prijzenkast van associatie, kandidaat-lidmaatschap en toetredingsonderhandelingen. Het engagement van de EU moet juist gericht zijn op democratische transformatie, op sterkere staten en samenlevingen. Op hervormingen met een menselijk gezicht, minder technocratisch en meer gericht op draagvlak onder de bevolking. Op regionale samenwerking en de aanpak van etnische conflicten. Op verzoening met het verleden. De Balkan heeft sterk de behoefte aan politici die hun landen vooruit willen helpen en die dat ook zouden doen als er geen perspectief is op EU-lidmaatschap. De meer dan 1 miljard euro per jaar aan pre-accessie steun voor de regio moet dan ook deze agenda faciliteren.

Verandering is mogelijk. Kijk maar naar Macedonië: daar moest een nationalistisch regime het afleggen tegen de democratisch oppositie die, na jaren van stagnatie, het hervormingsproces weer nieuw leven heeft ingeblazen. Voortvarend zijn er nieuwe wetten ingevoerd ter versterking van een onafhankelijke rechtspraak en er is de bereidheid om het langslepende conflict met buurland Griekenland over de naamskwestie eindelijk op te lossen.

Er mag geen sprake zijn van gesjoemel met politieke criteria en er moeten goede overgangsregelingen worden getroffen voordat nieuwe leden toegang krijgen tot de Europese arbeidsmarkt.

Maar de EU heeft zelf ook nog huiswerk te doen voor de deur weer kan worden opengezet voor nieuwe leden. De lessen van eerdere uitbreidingen moeten explicieter getrokken worden. Er mag geen sprake zijn van gesjoemel met politieke criteria en er moeten goede overgangsregelingen worden getroffen voordat nieuwe leden toegang krijgen tot de Europese arbeidsmarkt. Voor de EU als geheel geldt dat landen die het niet zo nauw nemen met de rechtsstaat harder moeten worden aangepakt en een enkel land moet effectief Europees optreden niet langer kunnen blokkeren. Noodzakelijke hervormingen die sowieso bovenaan de agenda van EU leiders moet staan, met of zonder de Westelijke Balkan.

De motivatie voor hervormingen moet niet zozeer het EU-lidmaatschap zijn, maar de welvaart en stabiliteit voor mensen in de regio.

De regeringsleiders zouden in Sofia niet teveel tijd moeten besteden aan jaartallen en mooie vergezichten maar moeten inzetten op stevige gesprekken met de zes regeringen. Hervormingen zijn hard nodig en het maatschappelijk middenveld moet deel zijn van dat proces. Van bovenaf gestuurde ‘Europeanisering’ zal niet werken. Het opbouwen van functionerende democratieën die resultaten kunnen bieden voor hun burgers is het beste wapen om de Balkan niet uiteen te laten rijgen door geopolitieke spelletjes. En de motivatie voor hervormingen moet niet zozeer het EU-lidmaatschap zijn, maar de welvaart en stabiliteit voor mensen in de regio.