In de sociale werkplaats

In de sociale werkplaats

De sociale werkplaats is veranderd van karakter sinds het beleid tijdens het VVD-CDA kabinet met de steun van de PVV werd gewijzigd. Het rechtse kabinet maakte op 21 april 2011 de sociale werkplaatsen op de schop zouden gaan. Van de 100.000 mensen die daar werkten zouden er 70.000 worden ontslagen en op eigen kracht een nieuwe baan moeten gaan zoeken. In het daarop volgende kabinet van VVD en PvdA werd dat eerder ingezette gecorrigeerd. Niemand zou worden ontslagen; de cao bleef en wel werden er met het bedrijfsleven en publieke diensten afspraken gemaakt dat er 125.000 banen zouden komen voor deze kwetsbare groepen mensen. Het bedrijfsleven hield zich aan die afspraken; managers van publieke ondernemingen keken in veel gevallen de andere kant op. Maar hoe zou het nu met de mensen in de sociale werkplaatsen zijn? Om negen uur meld ik me bij de receptie van de sociale werkplaats in Doetinchem. Ik heb er afgesproken met Jolande Bax, de werkleidster van ‘Hal 3’. Bij een kopje koffie in een lege kantine legt ze uit dat de sociale werkvoorziening van vroeger eigenlijk niet meer bestaat. Mensen die hier werken, zijn ingedeeld in drie verschillende groepen. In Hal 1 werken mensen op het laagste niveau, aan heel eenvoudige klussen en in een heel rustige omgeving; in de tweede hal wordt wat ingewikkelder werk verricht en is er iets meer dynamiek, maar ook hier werken mensen die door beperkingen, niet elders gedetacheerd kunnen worden. Dat is anders in Hal 3; daar zijn mensen aan de slag die na verloop van tijd wel elders, buiten de sociale werkplaats, terecht kunnen. Bovendien komen hier ook mensen terecht die in de bijstand zitten en weer een plaatsje op de arbeidsmarkt zouden moeten kunnen vinden. Ook statushouders (vluchtelingen met een verblijfvergunning) komen hier terecht; vaak beschikken zij over kwaliteiten maar vormt de taal een hindernis bij het vinden van een baan. Om die reden ook worden hier taallessen aangeboden, vertelt Jolande Bax me.
We wandelen even later door de werkhallen. Het is net tien voor tien, een moment voor ‘de appeltjespauze’ van hal twee. De werknemers staan voor de deur te wachten tot een fluitje gaat die de pauze aankondigt. Die pauze past eigenlijk niet meer in het nieuwe beleid; in het bedrijfsleven is er op een werkdag van acht uur ook geen door de baas betaalde pauze, verklaart Jolande, maar de mensen waren het zo gewend. Daarom is er nu nog een kleine pauze, van tien minuten.
In de derde hal wordt hard gewerkt aan verschillende opdrachten uit het reguliere bedrijfsleven. Vanuit haar kantoor kan Jolande alle werkzaamheden overzien, maar ook even vertrouwelijke gesprekken voeren met medewerkers. Dat is soms echt nodig. Iedereen die hier binnen de cao werkt, krijgt een zelfde salaris. Maar niemand kan aan een ander zien dat er thuis schulden zijn. “Daar gaat het eigenlijk om,” verzucht Jolande, “het gaat hier om mensen, ieder met eigen mogelijkheden en zorgen. Dat wordt door de buitenwereld, door den haag, gemakkelijk vergeten. Niet iedereen kan zich zomaar redden. Zo juist kwam hier een meisje binnen van 22 jaar. Ze is een dapper sterk kind, nog. Maar heeft een valse start gehad. Alleen maar negatieve dingen, zoals ze zelf zegt. Ze is al moeder, en alleenstaand en er is vast nog meer aan de hand. We geven haar hier de tijd om weer vooruit te kijken en nieuwe kansen te vinden.”
Ik krijg een plaatsje aan een tafel tussen Lidy, Armine, Wilma Sandra en Petra. We moeten papieren zakjes met Javaanse kruiden voorzien van een etiket en dicht nieten. Dat is een ogenschijnlijk eenvoudig werkje, maar het moet heel precies gebeuren. De zakken met Javaanse kruiden zijn voor Albert Heijn. En zodra dit klusje is afgerond gaan we verder met het inpakken van cadeaus voor de Vrienden en Postcode loterij. Aan de tafel wordt door de dames hard gewerkt; er is veel plezier. Een van de vrouwen komt uit Albanië. Ze woont al heel lang in Doetinchem, alleen. Verdere familie of vrienden heeft ze niet; haar gezondheid is slecht. Ze vertelt over de religieuze betekenis van Albanië, en hoe de verschillende religieuze stromingen elkaar verdragen en helpen in geval van nood. (De Joodse gemeenschap in Albanië werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Albanese moslims beschermd; niemand werd afgevoerd naar de vernietigingskampen.) Een andere dame, tegenover me, is ook lichamelijk kwetsbaar. Met twee versleten schouder en een heup kan ze alleen nog maar in de ochtenduren werken. Overigens is het voor alle dames aan de tafel een plezier van jewelste om samen, snel en goed te werken en ondertussen lol te maken. Ze zouden niet liever willen.
Op enig moment komt een man van middelbare leeftijd bij onze tafel staan; hij is netjes gekleed en lijkt op een verstrooide professor. Hij neemt zijn plaats in aan de tafel tussen de dames, en doet mee met het inpakken van de miserabele postcode en vrienden loterij pakketten. Hij werkt al 25 jaar in de sociale werkplaats, vertelt hij. “De mooiste tijd was in de drukkerij. Dat was prachtig werk. Maar de drukkerij is er niet meer.”
Ik vraag hem of hij naast het werk nog andere bezigheden heeft. “Zeker,” antwoordt hij. “Zeker. Ik houd van oude muziek.” Hij kijkt me indringend aan. “Oude muziek. De Beatles. Kent U die?” Ik knik bevestigend. “Dan zal ik U iets vertellen,” vervolgt hij. “Er zijn al twee Beatles dood. Lennon is doodgeschoten… Zelf speel ik ook gitaar. En keyboard.” Dan concentreert hij zich weer op de piepkleine tubes zonnecrème en plaats die in de kartonnen loterij pakketjes.
De tijd vliegt; het is heerlijk werk, realiseer ik me. De mensen zijn vriendelijk en hartelijk; we lachen wat af en voor je het weet zijn de opdrachten klaar. Om twaalf uur is het lunchtijd en is mijn veel te korte bezoek weer afgelopen. Ik neem van iedereen afscheid en hoop hier nog eens terug te keren.

Buiten pak ik mijn fiets en samen met Hans Bouwers rijd ik Doetinchem in. We passeren een prachtig schoolgebouw, een van de laatste ontwerpen van de wereldberoemde Nederlandse architect, Gerrit Rietveld. De toekomst van het schoolgebouw is ongewis. Door een afnemend aantal leerlingen in de toekomst worden twee van de drie scholen voor voortgezet onderwijs in de stad doorgezet. Wat het met het Rietveld Lyceum gaat gebeuren is ongewis. Het unieke, lichte schoolgebouw ontbeert een monumentenstatus…..Als het maar niet verpatst wordt.