Over Gele Hesjes in de Late Middeleeuwen en een verdienmodel op sociale media.

Over Gele Hesjes in de Late Middeleeuwen en een verdienmodel op sociale media.

Ook in de gemeente Midden Drenthe heeft de lokale afdeling van de PvdA het niet makkelijk. Overal waar ik kom, hoor ik hoe moeilijk het is om burgers te betrekken bij de lokale (sociaal) democratie. “Mensen hebben een overvolle agenda en bij alle verenigingen is het moeilijk vrijwilligers te vinden”, is een veel gehoorde verzuchting. Maar wat nu, wanneer zou blijken dat rumoer (in één week) in de gemeenteraad van Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Maastricht geen incidenten blijken te zijn, maar symptomen van fundamentele erosie van het lokale openbaar bestuur? Tussen het fietsen door, zoek ik naar achtergronden en informeer de PvdA Tweede Kamer fractie over mijn avonturen.

Wachten, wachten, wachten…

Dinsdag 12 februari mag ik verhalen van de fietstocht bij de fractie van de Partij van de Arbeid in de Tweede Kamer in den Haag. Dat is spannend; het is niet iets wat je elke dag overkomt. Ik ben ruim op tijd bij de balie aan het Plein en na de uitgebreide veiligheidscontrole (jas uit, schoenen uit, riem en horloge af) zie ik in de hal van de Tweede Kamer een tentoonstelling over honderd jaar algemeen kiesrecht. Dat kiesrecht is natuurlijk een groot goed, maar ik realiseer me dat op ditzelfde moment cliënten van de Eethoek in Almelo bij de rechter moeten verschijnen. Niet omdat zij iets misdaan hebben, maar omdat de bewindvoerder die over hun budget moet waken en hun schulden moet terugbrengen, zichzelf verrijkt heeft over de rug van die mensen die aan hem werden toevertrouwd, juist door diezelfde rechtbank. Maar, denk ik terwijl ik de panelen van de tentoonstelling bekijk, wat heb je aan kiesrecht wanneer je tien, vijftien jaar in schulden wordt gehouden door een bewindvoerder die door niemand wordt gecontroleerd en de schulden niet aflost maar vergroot? Waarom zou je stemmen wanneer de belastingdienst, de woningbouwstichting, de zorgverzekeraar of de gemeente je niet willen zien, niet willen horen en niet willen kennen? Waarom zou je dan stemmen?
Terwijl ik in een kamertje netjes wacht tot het moment ik bij de fractie word binnen geroepen, besluit ik die vragen in mijn verhaal te verwerken. Dan slaat de schrik me om het hart? Wat zou ik eigenlijk vertellen? Ik heb me er dagen op voorbereid, ’s nachts geoefend en nu het zover is, weet ik niets meer. Ik pak mijn schrift en blader door mijn aantekeningen van de voorbije maanden. De verloren moeder in Zwolle, de schooldirecteuren in de Rivierenwijk in Deventer en de Riet in Almelo, de cliënten van de Eethoek, Monique en Stephan van Baaren, huisarts Bettina van Steenis in Enschede, de ambtenaren, de wethouders in Drenthe, de pioniers van de zorg in Coevorden…de betrokken PvdA-ers onderweg… wat moet ik vertellen?

Gele hesjes…Arnhem, Zutphen…

Ik ben drie kwartier te vroeg, mijn gedachten dwalen af, naar Tilburg, waar ik vorige week in de nieuwe, rumoerige bibliotheek achter het station, de jonge historicus Rudolf Bosch ontmoette. Enkele dagen eerder was ik bij hem op bezoek geweest in Drenthe en daar merkte hij terloops op de dat: “de Gele Hesjes niet een nieuw verschijnsel waren. Ook in de late Middeleeuwen waren er opstanden van het volk, precies omwille van dezelfde machtsmechanismen die we ook vandaag herkennen.” Hij had een proefschrift daarover geschreven, vertelde hij. Ik wilde daar meer over weten.
Het proefschrift wordt een boek, wat binnenkort wordt gepubliceerd bij uitgeverij Verloren. ‘Stedelijke macht tussen overvloed en stagnatie’, handelt over de grote maatschappelijke veranderingen tussen 1350 en 1550 in Zutphen en Arnhem. Streekarchivaris Rudolf Bosch deed een uitvoerig en breed onderzoek, en bestudeerde daarbij onder andere de stadsrekeningen van de Gelderse steden. De twee ( laat Middeleeuwse) eeuwen werden gekenmerkt door een schaalvergroting van het bestuur, net zoals dat nu ook het geval is. Zo verschoof de macht in de periode van de steden naar de Staten Generaal in den Haag en voor grote delen van de lage landen naar het centralistische Bourgondische Hof. De kosten voor het centrale gezag (bijvoorbeeld om oorlog te voeren, verdedigingswerken, zoals stadsmuren) werden door de stedelijke elite doorgeschoven naar het volk, door belastingen te heffen op toenmalige primaire levensbehoeften als wijn, bier, graan en brood. De schulden die gemaakt werden om de kosten voor het centrale gezag te bestendigen, werden over een steeds groter geheel en over een steeds grotere periode uitgesmeerd. En zolang de economie maar bleef groeien, kon de centrale macht haar positie behouden, zowel de hertogen van Bourgondië, als de elite van de steden, verzameld in de Staten General, in den Haag.
Maar de burgers verarmden en konden zich bovendien op geen enkele manier vereenzelvigen met het centrale gezag. Ze betaalden wel de prijs door de steeds hogere belastingen. Sociale ontwrichting en onvrede waren het gevolg. Maar vanaf het moment dat de economie ging haperen, kwam de bevolking in opstand. Gele Hesjes, in de late Middeleeuwen.

Rudolf Bosch

“In die zin is er niets nieuws onder de zon,” vertelde Rudolf Bosch in Tilburg, die naast zijn werk als archivaris in Elburg, ook nog PvdA Statenlid is in de provincie Drenthe. “De Europese Centrale Bank heeft de afgelopen jaren schulden opgekocht van andere banken. Die schulden worden uitgesmeerd over een groter gehaal. En dat kan, omdat de ECB heeft verklaard dat de Euro onder alle omstandigheden wordt gegarandeerd. En zolang er economische groei is, kan dat. Er is voldoende vertrouwen dat de schulden worden terug betaald. Maar je ziet ook, in de opkomst van populistische partijen en Gele Hesjes dat er ergens iets schuurt,” merkt Rudolf op, tijdens een gesprek in Tilburg, in een reusachtige hal achter het station, die is omgebouwd tot bibliotheek, annex gelegenheid voor feesten en partijen. “Net als in de late Middeleeuwen, kunnen mensen zich niet identificeren met het centrale gezag. Dat was ook in Griekenland aan de hand. Er was geen belastingmoraal teen opzichte van het centrale gezag in Athene, laat staan met Brussel. De meeste mensen hebben geen inzicht in de structuren van de Europese Unie, noch in de uitgaven van ‘Brussel’.”

Vanuit dit historisch perspectief krijgen bezuinigingen, schaalvergroting en verzelfstandiging van publieke diensten in de gezondheidszorg, onderwijs, volkshuisvesting en veiligheid in onze tijd een ander, scherpere dimensie. Rudolf Bosch wijst er op dat de overheid er niet in slaagt om multinationals fatsoenlijk belasting te laten betalen, de flexibilsering van de arbeid weg te nemen of bonussen af te schaffen. Tel daarbij op dat het bedrijfsleven streeft naar winstmaximalisatie, lonen laag houdt en dat de allerrijksten geen of nauwelijks belasting betalen.
Rudolf Bosch: “We zien nu, net als eeuwen geleden, het sentiment ontstaan dat de ‘elite’ niet meer weet wat er aan de onderkant in de samenleving aan de hand is. Het ergste vind ik de invoering van het leenstelsel. Daarmee belast een kleine hoogopgeleide groep, voor de komende dertig tot veertig jaar, een veel grotere groep die wil studeren en moet lenen omdat te kunnen bekostigen. Die kleine zeer welvarende groep hoog vermogenden hebben nergens last van. Het is echt de macht van het geld, die zulke maatregelen verzint. Volledige, vrije marktwerking is slecht voor het sociale weefsel van onze samenleving en onderlinge solidariteit. Daarom heb je dus een regulerende overheid nodig, die de uitwassen en de sociaal onwenselijke effecten van marktwerking tegengaat. Dat was overigens ook al zo in de middeleeuwse steden: ook daar was de markt sterk gereguleerd (denk aan gilden, maar ook allerlei lokale regelgeving van stadsbesturen die bepaalde ambachten precieze regels oplegden). En je ziet in onze tijd waar marktwerking faalt. Denk aan de spoorwegen. Daar is geen marktwerking voor de reiziger. Je kunt niet kiezen voor een trein die misschien wat langzamer is maar drie keer goedkoper, dan een luxe of snelle trein. Maar het openbaar vervoer wordt wel steeds duurder. Het is duurder om per trein van Meppel naar den Haag te reizen, dan met het vliegtuig van Eindhoven naar Marrakesh. Op het spoor is een monopolie; in het vliegverkeer niet.”
De onvermijdelijke vraag die restte was deze: wanneer eenmaal de beweging naar een schaalvergroting van het bestuur is ingezet, deze door opstand en protest wordt terug gedraaid, of niet. Rudolf was beslist. “Ik denk inderdaad dat, historisch gezien, dergelijke grote, politieke schaalvergrotingsbewegingen dermate krachtig zijn, dat die ontwikkeling in de aankomende decennia (mondiaal gezien) ook door zal gaan. Maar: schaalvergroting sluit het kleine niet uit. Juist door die schaalvergroting hebben mensen juist behoefte aan zekerheid binnen kleinere sociale eenheden: in hun dorp, in hun vereniging, in hun provincie, binnen hun kerk. Uit deze groepen kan men gedeelde identiteit halen, waarmee groepen zich een plaats verwerven in ons mondiale wereldbeeld. ”
Het gesprek in de nieuwe Tilburgse bibliotheek werd voortdurend overstemd door het lawaai van een of andere receptie, elders in het pand. Toen we de bibliotheek verlieten, zagen we wie, hoe en wat… Voor de ingang van de bibliotheek stonden twee van de allerduurste BMW’s opgesteld; duur volk heeft in Tilburg een nieuwe feestlocatie, met boeken als excuus.

boeken als excuus

In de Tweede Kamer in den Haag zit ik nog steeds netjes op mijn stoel te wachten. Opnieuw probeer ik de steekwoorden me voor de geest te halen, maar mijn gedachten dwalen weer af naar een zaaltje, de Fakkel in Uithuizen, waar ik een paar jaar geleden vanuit Zeeland in een wintermaand naar toe reed, meer dan vijf uur deed ik er over. De lokale PvdA vergadering had me hier uitgenodigd om iets over mijn voettocht en het boek daarover te vertellen. Maar toen ik voorzichtig op de deur klopte en belet vroeg, werd me door de voorzitter duidelijk gemaakt dat ik moest wachten op de gang, op een stoel, tussen natte jassen. Het duurde een half uur voor ik, tamelijk verkleumd, werd alsnog binnen gelaten in de warme vergaderzaal. Ik kreeg en half kopje asfaltzwarte koffie aangeboden en er werd enige tijd aandachtig naar me geluisterd. Daarna meldde een van de aanwezigen dat de koers van de partij meer naar links moest, en niet veel later kon ik rechtsomkeer maken. Hup, weer terug. Goeiendag… Dat zaaltje zou in het openluchtmuseum in Arnhem niet misstaan; een socialistisch relikwie in baksteen, van een voorbije strijd.

Verdienen aan verdriet

Na het gesprek met Rudolf Bosch in Tilburg, bezocht ik het Rathenau Instituut. Dat onderzoekt de impact van technologie en innovatie op ons dagelijks leven, inclusief de democratie. Die impact is niet mis. De toestanden in de Verenigde Staten met Facebook en andere sociale media lijken hier voorlopig niet mogelijk, maar evengoed hebben de sociale media, digitalisering en de razendsnelle ontwikkeling van wetenschap enorme effecten op ons dagelijks leven en dus ook op de (lokale) democratie .
Op één van haar laatste werkdagen bij het Rathenau Instituut ontmoet ik wetenschapper Iris Korthagen. Ze vertelt over de onderzoeken die ze de voorbije jaren met collega’s ook in internationaal verband heeft verricht. Bijvoorbeeld in opdracht van het Europees Parlement, hoe je de burgers meer en directer kunt bettrekken bij de politieke besluitvorming in ‘Brussel’.
Die betrokkenheid is lastig. Hoe voorkom je dat alleen hoger opgeleiden en direct belanghebbenden betrokken worden bij de besluitvorming?
Een tweede onderzoek kwam bijvoorbeeld van de Vereniging van Griffiers, die Raadsleden moeten informeren en bijstaan. Hoe voorkom je dat raadsleden overrompeld worden door een overvloed aan informatie? Tegelijk, hoe voorkom je dat raadsleden te laat worden geïnformeerd, en dus geen enkele invloed meer kunnen hebben, bijvoorbeeld op het beleid van gemeenschappelijke regelingen?
Op verschillende plaatsen in het land worden experimenten georganiseerd om burgers bij het gemeentelijk of provinciaal beleid te betrekken. Een voorbeeld hiervan is een ‘burgertop of een ‘G1000′. Zo’n initiatief heeft het gevaar in zich dat hier vaak en veel alleen hoger opgeleide mensen op afkomen en andere groepen juist niet. Bovendien is het een grote zorg, legt Iris Korthagen me uit, dat de uitkomsten van een ‘burgertop’ niet is ingebed in het besluitvormingsproces, waardoor met de uitkomsten van zo’n beraad weinig tot niets gedaan wordt; niet zelden staan wetten, regels en financiële beperkingen goede ideeën in de weg. Dat leidt dan weer tot teleurstelling bij de betrokken burgers, met alle gevolgen van dien.
Maar meest verontrustend waren de inzichten en ervaringen met de sociale media waarover Iris me verteld. Natuurlijk hoorde ook ik over vals accounts op facebook, twitter en elders, maar realiseerde me niet dat je tienduizenden accounts kunt kopen, en zo aandacht kunt wekken en invloed organiseren op beeldvorming en daarmee de democratie. En dat is dan een politieke invloed, maar wat nu als iemand een site claimt waar honderdduizenden mensen op af komen, en dus wanneer zo’n site geld gaat opleveren. Dat gebeurde bijvoorbeeld op Facebook, toen iemand een site opzette over het tragische lot een meisje, wat in de late herfst van 2017 plotseling na een fietstocht verdween. De site werd massaal bezocht en veranderde, toen het lichaam van het meisje gevonden werd, achteloos in: ‘Zwarte Piet verdwijnt’. En opnieuw, met suggestieve valse berichten, werd geld verdient en de publieke opinie gemanipuleerd.
Kortom, hoe organiseer je de democratie, hoe garandeer je de zuiverheid van het kiesrecht? En dan word ik binnen geroepen voor een plaatsje inde fractiekamer van de PvdA. Een half uur lang vertel ik over mijn fietstocht, over de mensen die ik tegenkwam, deelde hun zorgen en inzichten en ja, ook over de cliënten van de Eethoek, die juist op dat zelfde moment bij de rechter moesten verschijnen, omdat bewindvoerders met hun schulden hadden gefraudeerd en de ellende met tienduizenden euro’s hadden vergroot. ‘Hoe kun je dan vertrouwen houden in de rechtsstaat en democratie,’ stelde ik, ‘wat betekent het kiesrecht wanneer de publieke diensten je niet alleen in de steek laten, maar in de put helpen. We moeten met elkaar een beter antwoord zoeken en vinden voor de publieke sector, dan marktwerking, verzelfstandiging en bureaucratie.”

Kats, 20 februari 2019.